1. Bepaal of je kind voldoende uren slaapt
Voldoende slapen is per leeftijd anders. Een pasgeboren baby slaapt 14 tot 17 uur, een kind van rond de 4 jaar zo’n 10 tot 13 uur en een tiener zo’n 8 tot 10 uur. Je kunt natuurlijk bijhouden hoeveel uren je kind slaapt om te bepalen of hij of zij voldoende slaapt, maar over het algemeen geldt dat vrolijke, actieve en alerte kinderen voldoende slaap hebben.
2. Houd er rekening mee dat je kind een ander slaappatroon heeft dan jij
Één van de belangrijke aspecten van goed slapen is regelmatig slapen, vooral jonge ouders zullen dit herkennen; de gebroken nachten dragen niet bij aan een energieke dag. Jonge kinderen kunnen nog niet een hele nacht door slapen, dat leren ze naarmate ze ouder worden. Wat je kunt proberen is, zelf de regie te nemen op de momenten dat je kind ’s nachts wakker is. Wanneer je bijvoorbeeld weet dat je zoon of dochtertje ergens tussen 2 en 5 uur ’s ochtends wakker wordt voor een voeding, zet dan om 2 uur de wekker. Vervolgens kan je de wekker steeds iets later zetten, waardoor je kind langzaam kan wennen aan het ritme en hierdoor steeds iets langer kan doorslapen. Je moet er nog altijd ’s nachts uit, maar je hebt wel meer controle.
3. Creëer een vast bedritueel
Hoe ouder kinderen worden, hoe meer controle ze krijgen over wanneer ze in slaap vallen; dat is iets wat een kind moet leren. Een pasgeboren baby valt ongecontroleerd in een drukke omgeving in slaap. Iets oudere kinderen kunnen dat beter zelf sturen. Vanaf dat moment wordt het dus ook belangrijker om aan te geven dat het tijd is om te gaan slapen. Er zijn hiervoor veel verschillende bekende manieren, zoals in bad gaan en met pyjama aan een verhaaltje lezen. Dit soort activiteiten kunnen onderdeel zijn van een vast bedritueel, waardoor je kind bewust en onbewust weet dat het tijd is om te slapen. En waardoor hij of zij makkelijker in slaap zal vallen en beter zal doorslapen.
4. Maak je kind niet te vroeg wakker
Uit onderzoek is gebleken dat kinderen gemiddeld meer avondtypes zijn dan ochtendtypes. Terwijl ouderen eerder ochtendtypes dan avondtypes zijn. Er zijn op verschillende scholen initiatieven, die hier rekening mee houden en dus een uurtje later beginnen dan normaal. Maak je kind in ieder geval niet te vroeg wakker.
5. Houd moed
Een kind ontwikkelt zich met vallen en opstaan en waar het kind twee stappen vooruitgaat, zet het soms eerst een stapje terug. Het kan daardoor soms lijken dat er geen vooruitgang is. Zo gaat dat ook bijvoorbeeld met ’s nachts doorslapen of overdag wakker blijven. Alle ontwikkelingen die overdag gebeuren, hebben invloed op de slaap. Zo kan het zijn dat wanneer een kind leert praten, het ’s nachts ook weer meer wakker wordt.