Training
Op maandag, disndag, donderdag en vrijdag trainen we naast ‘s ochtends ‘s middags nog een keer.
De trainingsperiodes zijn opgedeeld in driewekelijkse cycly, waarbij de trainingsarbeid en intensiteit elke week worden opgevoerd. Daarna hebben we een week hersteltraining, om de maand te completeren. Standaard in deze weken zijn de zwaartse trainingen op dinsdag- en donderdagmiddagen. Dat zijn ook de dagen dat ik nooit afspraken inplan, omdat ik mezelf maximale rust wil gunnen. Een zware training is een combinatie van de lengte (dus hoeveel baantjes te trekt) en de intensiteit waarmee je dat doet. Als zwemmer heb je inhoud nodig, ook als je een sprinter bent. Dus de trainingen bestaan ook voor mij heel vaak uit afstand. Wij maken heel veel meters. Als je kijkt naar sprinters bij het schaatsen dan zie je dat die eigenlijk geen lange afstanden trainen. Voor atletiek sprinters geldt hetzelfde. Zwemmen is wat dat betreft een hele specifieke sport. Ik train nog relatief weinig op afstand als je dat vergelijkt met mijn concurrenten in het buitenland. Gemiddeld train ik per week tussen de 35 en 40 kilometer. Sprinttraining spelt zich ook steeds meer af buiten het water, dus met name in de sportschool voor buik- en krachttraining.
Trainingsdag: 7.00 sta ik op, Ik fiets naar het bad de Tongelreep in Eindhoven, waar ik ook woon. 7.55 begint de ‘landtraining’ dus op het droge. Buikspieren, maar ook doen we yoga-oefeingen. Dit doen we tot 8.25 zodat we om 8.30 in het water kunnen liggen. Tot 10.30. 3 dagen per week zit er van 11 tot 12 een krachttraining bij. Daarna ga ik naar huis, meestal eerst even boodschappen doen, daarna eten en rusten. Meestal slaap ik tussen 13 en 15.00 om te herstellen en me op te laden voor de middagtraining. Om 16.30 ga ik weer op de fiets naar het zwembad en train dan weer van 17.00 tot 19.00 uur. Meestal eet ik rond 20.00 en tussen 22.00 en 22.30 ga ik slapen.
Dat middagslaapje stamt uit mijn jeugd. Ik zwem al mijn hele leven. Ik was net 18 toen ik in Eindhoven kwam, nadat ik mijn middelbare school had afgerond. Toen begon ik ook met professioneel zwemmen. Dat slaapje is me wel in het begin soort van aangepraat, ik vond het toen ik jonger was nooit nodig. Ik ben gaan merken dat mijn lichaam het nodig had en ben er nu helemaal aan gewend geraakt. Je lichaam kan de middagtraining gewoon veel beter aan als ik tussen de middag heb geslapen om weer te herstellen van de ochtendtraining en op te laden voor de middag. Als ik een paar uur op de bank ga zitten en bijvoorbeeld een serie kijk, rust je ook uit, maar niet zo goed als dat ik slaap. Uitslapen is voor mij relatief. Toen ik 7 jaar was stond ik elke dag om 5.00 op en lag ik om 6.00 uur in het water. Dus dan leer je ook niet om uit te slapen, Uitslapen zit ook niet in mijn profiel. Ik heb de behoefte ook niet. Ik ben een ochtendmens. Wakker worden op zondag om 8.00 boekje lezen in bed en later op de dag nog even lekker gaan liggen.
Mijn carriere van de rust is behoorlijk ontwikkeld in de loop der jaren. Slaap en rust hebben in de loop der jaren steeds meer prioriteit gekregen. Ik heb de arbeid-rust balans ook echt wel moeten leren. Toen ik naar Eindhoven kwam heb ik echt moeten leren om tussen de trainingen door te gaan slapen. Ik heb ook echt de tijd om te slapen, hoef de deur niet uit. Mijn nachrust wordt daarmee wel iets korter, dus geen 10 uur per nacht.